Voorjaarsnieuwsbrief 2025

Komende concerten en een interview met gambiste Margo Fontijne!

Lees het in onze voorjaarsnieuwsbrief, vorige week verstuurd aan iedereen op onze mailinglijst.

Deze nieuwsbrief is onderaan deze pagina ook als PDF te lezen en downloaden.


Ecco la Primavera!

Op bladzijde 273 van het schitterende Squarcialupi manuscript staat het: het is lente! Met dit stuk openen we ons programma PRIMA LE PAROLE, waarin we de 13de-eeuwse dichter Francesco Petrarca in het zonnetje zetten.

Wat gaat Ensemble Corona deze lente doen? Zie de concertaankondigingen hieronder. Verder in deze nieuwsbrief een interview met Margo Fontijne, de gambiste van het ensemble.

Concerten

Zondag 23 maart, 12.00, 13.30 en 15.00
Museum Gouda, Oosthaven 9, Gouda
Afsluiting tentoonstelling “Susanna – van Middeleeuwen tot MeToo”

In 2001 begon Ensemble Corona met een programma over het verhaal van Susanna. In 2022-2023 pakten we groot uit, samen met Vocaal Ensemble Larynx met het programma SANCTA SUSANNA. Nu hebben we de eer om de grote Susanna-expositie in het Gouda Museum af te sluiten met 3 concertjes van een half uur, in onze kwartet formatie.

Kijk hier voor informatie over tickets

Zaterdag 17 mei, Dag van de Oude Muziek
Goede Rede, Kerkgracht 60, 1354 AM, Almere Haven

Deze middag staat volledig in het teken van muziek uit het Europa van 1000 tot ca. 1750. Met kleine en grote concerten, workshops, boeiende verhalen over de muziek en de instrumenten, en volop informatie. Een middag voor alle liefhebbers van oude muziek én voor iedereen die er kennis mee wil maken!

Het programma loopt van 12.00 tot 17.00. Ensemble Corona speelt een half uur, een deel van het programma PRIMA LE PAROLE.

Op dit moment is het definitieve programma nog niet bekend.
Meer informatie over tijden en tickets

Interview Margo Fontijne

Vragen: Ben de Boer, bestuursvoorzitter

Ben je tevreden over de plek waar je ter wereld kwam?

Ja. (Haarlem). Voel me helemaal een lagelander, verbonden met de kleuren en luchten van ons klimaat en de seizoenen, met onze taal, de oude gebouwen. Voel me ook een Europeaan. Verbonden met hoe het nu is geworden, hoe deze streken nu en vroeger leefden met stromen volkeren, import overal vandaan en hoe alles persoonlijk en lokaal kan zijn en toch steeds verbonden is. Ik heb mazzel om hier te mogen leven en ik hoop dat onze samenleving de democratie en openheid behoudt.

Waar ben je trots op?

In mijn jonge jaren heb ik primair pedagogiek gestudeerd aan de universiteit, maar ik ging ook naar het conservatorium. Kiezen viel me zwaar. Dat ik beide afgemaakt èn afgesloten heb ondanks dat, en dat ik ook afgestudeerd musicus ben geworden, daar ben ik nog steeds heel trots op.

Daarbij vooral dat ik in het leven steeds weer teruggekeerd ben bij wat mij als persoon het liefst is: de muziek. Ondanks het lastige element (altijd zoeken naar stabiliteit, weinig bestaanszekerheid…). Met als resultaat dat ik in deze levensfase primair gambadocent kan zijn voor een aanzienlijk aantal bevlogen spelers, mijn dierbare leerlingen – wat een rijkdom. Mijn keuze voor pedagogiek vroeger, kwam destijds voort uit een jeugdige passie om me in te zetten voor anderen, voor een betere wereld.

Muziek was dan weer iets wat ik heel graag deed en wat ik niet kon missen. Docentschap combineert beide wensen.

Wie of wat bepaalde je keus voor je muziekinstrument?

Ikzelf koos gamba, of beter: de viola da gamba koos, pakte, mij.
Muziek is belangrijk voor me vanaf mijn vroege jeugd. Mijn moeder zong veel met me; ze was musicus en ze leerde me blokfluit en piano spelen, later ook andere leraren. Er klonk altijd muziek in huis, door alle leerlingen.
Maar toen ik ooit een opname met gamba-consortmuziek hoorde ging mijn hart open, en wist ik: dit is de klank, dit is het instrument dat ik wil spelen. In mijn late tienerjaren ben ik gamba gaan spelen – en ik moet erbij zeggen dat het toch weer mijn moeder was die dat begreep en die mij mijn eerste instrument heeft gegeven.

Heb je hart verpand aan een bepaalde componist?

In zekere zin ben ik een alleseter: muziek uit alle tijden en genres heeft mijn hart, en ja ik houd ook van Mahler en Strauß, van Louis Armstrong en zelfs van Johnny Jordaan – en natuurlijk heb ik zo mijn voorkeuren.
Als gambist begeef je je natuurlijkerwijze primair in de kringen van Renaissance en Barok – en daar ligt ook mijn hart het meest.

Als ik drie van mijn grootste helden moet noemen:
Monteverdi, Josquin des Prez, Dufay. En inderdaad, dat zijn nu eigenlijk geen ‘dedicated’ gamba-componisten maar componisten van ensemblemuziek. Dat verraadt dan maar meteen wat voor musicus ik ben: mijn hart ligt bij het ensemblespel.

Hoe zie je je jouw rol binnen ensemble Corona?

Heleen en ik samen, zijn de zogenaamde „artistieke raad” binnen de organisatie die Ensemble Corona en de door ons opgerichte stichting vormen. Nadat onze mede-oprichtster Eveline vertrok ‚draaien’ vooral wij samen het ensemble. Gelukkig kunnen we dat doen samen met het bestuur van onze stichting – dat is van onschatbare waarde. Inmiddels is het een beetje aan het schuiven, en Heleen is nu het meest de spil.

Van huis uit wil ik altijd opletten ‚of alles wel goed gaat’, en voor je het weet wil ik alles ook zelf gaan doen – delegeren is niet mijn sterkste kant. Het is heel goed voor mij dat mijn rol nu wat minder centraal is geworden – al zijn wij samen nog steeds het duo dat met het bestuur vergadert, en dat alle ins & outs in de gaten houdt.
Er is veel te doen, het is daarom heel fijn dat Valeria veel energie geeft aan het samenstellen van de programma’s en het zoeken van repertoire, al kiezen we uiteindelijk wel met ons allen.
Want dat is een mooie ontwikkeling: binnen het ensemble is de praktische en muzikale samenwerking al heel wat jaren bijzonder hecht, en zijn we met ons vieren allemaal belangrijk. Ik koester dat, het is heel waardevol dat dat zo ligt, en om eerlijk te zijn, in zo’n structuur functioneer ik ook het beste.
Misschien ben ik van huis uit vooral een „verbinder”, en zorg ik er, door hoe ik ben, mede voor dat de samenhang in stand blijft.

Wie is voor jou een inspirerende collega in de wereld van de muziek, kunst?

In het verleden zijn natuurlijk veel van mijn oudere collega’s me tot voorbeeld geweest, maar als ik in het heden kijk zijn er enkele lichtende voorbeelden:
Giovanna Baviera, omdat zij als bijzonder goede gambiste èn bijzonder goede zangeres beide zo prachtig verbindt. Ze zingt en speelt tegelijkertijd, ook met een groep collega’s die dat ook doen met hun instrument (luit, harp etc…) Concerto di Margherita. Giovana arrangeert madrigalen zodat zij ze zelf kan zingen met de rest van de compositie in de gamba gelegd. Een verfijnde en inspirerende jonge musicus, met het hart op de goede plaats bovendien.

Elam Rotem, zanger, clavecinist en muziekwetenschapper, die met zijn ontzagwekkende serie video’s “Early Music Sources” zoveel oude muziek-onderwerpen op een entertainenende en uitermate geïnformeerde manier presenteert en behandelt. Fantastisch. Democratisering van het vak, ik houd van die generositeit.
Anna Danilevskaia, vedelspeelster en charismatisch leider van het steengoede Solazzo Ensemble. Zij maken onder haar bezielende leiding die godsgruwelijk oude muziek van 13e, 14e eeuw menselijk, doorbloed, grandioos. Hartveroverend.
Lucile Boulanger, gambiste. Naar mijn mening de allerbeste, mooiste en sympatiekste speler van het moment (en ook nog eens overrompelend knap). Ik ben een grote fan van haar; zij steekt alle anderen in haar zak en doet daarover steeds aangenaam ‚gewoon’ – zij heeft het niet nodig om zichzelf een positie of status te geven.

Wat doe je bij voorkeur als je geen muziek maakt of luistert?

Fietstochtjes maken met de vouwfiets, in de natuur op stap zijn, bij voorkeur zwijgend en mijmerend hahahaha dus dat is vaak heerlijk op mijn eentje opladen.
Dingen met mijn handen maken: handwerken, spullen repareren en recyclen, recepten ontdekken en koken, creatief restjes verwerken, en dat is allemaal heel leuk om te delen met anderen.

Op stap gaan naar musea, oude steden, immer nieuwsgierig en open voor nieuwe ontdekkingen, mijn hart laten veroveren door oude en nieuwe kunst, taal- en andere cultuuruitingen. En dat gaat al bijna 40 jaar heel goed samen met Peter.

Stel – je speelde een ander instrument. Welk en waarom?

Trombone, meer precies: renaissancetrombone.
Om de klank, en het prachtige ensemblerepertoire voor trombones. Of…. ik zou zanger zijn.

Van viola da gamba werd gezegd dat het de koningin der instrumenten was, omdat het ‘t dichtst bij de menselijke stem komt. En als wij vocale stukken spelen proberen we zo dicht mogelijk bij de tekst te komen, bij de frasering in de zang, de expressie en de spanningsboog.

Kortom: zingen is de basis van spelen, en het is er ook overal, en altijd. Voor zingen is niets nodig behalve jezelf, en jezelf heb je altijd bij je.
Zo heerlijk om tegenwoordig ook zangles te hebben van Valeria!

Welk boek moeten we absoluut gaan lezen volgens jou?

Uhm… heb een beetje haat-liefde-verhouding met lezen in deze periode van mijn leven. Ben van huis uit een gepassioneerde lezer – mijn moeder had twee bibliotheek- abonnementen voor me toen ik klein was, anders moest ze veel te vaak heen en weer om een tas nieuwe boeken voor me te lenen – maar heb er tegenwoordig vaak het geduld niet voor en de electronica is ook bij mij een te grote concurrent naar mijn zin. En ik kan niet makkelijk kiezen. Het leven is te kort en er is veel te veel.

Ik ben nu begonnen om eens de grote schrijvers uit de Canon van de Nederlandse literatuur te gaan lezen, en ontdekte (sjonge… verrassing hahaha) dat beroemde schrijvers vaak met een reden beroemd zijn. Dus: mijn aanrader: lees ook eens de beroemde schrijvers.
Dan nu maar gewoon het laatste boek dat ik in dat kader gelezen heb: „De stille Kracht” van Couperus. Gedateerd ja, en wat wijdlopig maar met prachtige (natuur)schilderingen, en treffende karakteriseringen van de personen – hij zorgt ervoor dat ik me ècht in Indië voel, ik zie de kleuren, ruik de bloemen, het fruit, ik hoor de geluiden van de tropen.

En – ik heb het er vroeger toen ik het las nooit zo uitgehaald – ik werd getroffen door waar hij aan het eind naartoe gaat: de Nederlanders in Indië, zij hadden geen goed woord over voor de mentaliteit van de inlanders (ze waren „lui”, draaiden onder hun werk uit, waren ontoegankelijk en deden toch iets anders dan wat de koloniale bazen meenden dat ze afgesproken hadden..), maar: Couperus’ belangrijke kwestie die hij in de mond van één van de hoofdpersonen legt: wat dòe je daar dan als Hollander? indringers in dat prachtige land met z’n eerbiedwaardige bevolking? Je bent maar te gast, ga lekker terug dan als het je niet bevalt….

Noem drie ingrediënten voor een topdag.

Een topdag bevat altijd een element van verrukking, van schoonheidsbeleving, ontdekking van samenhangen en plotseling inzicht. Dat kan met muziek, taal, geschiedenis en cultuur, wetenschap, begrip van grote verbanden – hoe hoogdravend dat ook klinkt maar ik kan het niet anders verwoorden.

Zoiets kan in m’n eentje maar ook erg goed in goed gezelschap: gedeelde verrukking, gedeelde schoonheidsbeleving, is minstens zo mooi. Onze vakanties bevatten vaak van die dagen.
Buiten zijn, op voeten of wieltjes op stap zijn in de natuur, kan ik niet missen en kan me ook met verrukking vervullen.

Of een concertdag met geliefde collega’s waarbij alles lukt en we allemaal opgetild worden. Of een les of ensemblegroep waarin de muziek ineens klopt en op z’n plek valt, op welk niveau dan ook. Dat maakt me euforisch.

Ensemble Corona verovert het hedendaagse hart met muziek uit Middeleeuwen en Renaissance


Wil je onze nieuwsbrief voortaan ook direct in je mailbox ontvangen?
Stuur een mailtje met je aanmelding naar info@ensemble-corona.nl.